Ooit was er een man die in een vlaag van irritatie wat rare dingen deed met een alom geliefd horloge, waarna hij een winkel inliep om een Seiko te kopen. Dit is het verhaal van de verdere perikelen van die man.
Altijd heb ik wel iets met horloges gehad, al waren het in den beginne echte onvervalste plakmerken. Toen ik een Speedmaster kreeg die enerzijds niet racket-bestendig bleek en anderzijds onderhoud aan het uurwerk nodig bleek te hebben, brak er voor mij met m’n Seiko chronograaf een periode van rust aan die resulteerde in twee Eco-drive radio controlled Citizens en twee Seiko quartz chrono’s. Ik was totaal op techniek gericht.
Totdat ik in 2015 de geest kreeg. Op Amazon kocht ik een Seiko 5je omdat ik toch weer eens iets mechanisch wilde. Maar dan wel stevig, stootvast, vriendelijk van prijs en goed waterdicht. Het resultaat was goddomme net alsof ik een half pond crack had gerookt.
Weldra volgden er SARB033’s, SKX mods, Baby Tuna’s en een witte Stargate (die ik nog steeds mis) en culmineerde het allemaal met een Squale en een Hamilton. Deze werden deels bekostigd door de verkoop van wat microbrands en een Citizen. Maar nog steeds was er jeuk.
Die jeuk liep uit op een financiële aderlating waarbij een Mühle, Nomos, Archimede en Stowa volgden. Omdat ik nog steeds last had, krabde ik er lustig op los met een tweetal vintage dingetjes, kwamen en gingen er horloges, kocht ik toch weer een SKX… Niets hielp, het bleef maar jeuken.
Aan de horizon tekenden twee eindbazen van horloges zich af. De Snowflake en de 36mm Explorer in blauw. Die laatste werd al snel een DJ met fluted bezel. Deze NA en unboxing gaat over geen van drieën.
De Rolexen vielen af omdat m’n partner ze wel geinig vond maar lang geen 5000-7400 Euro waard schatte, en de Snowflake viel toch af omdat de slab sided case en de gangreserve gewoon tot onbalans leidden. Ondanks de betoverende wijzerplaat sprak het horloge toch niet aan, om de pols. Zeker niet voor 5800 ballen.
Tijdens dit proces kwam de verkoper in de Seiko Boutique aanzetten met een quartzje. Een geinig dingetje, met een Azuur-Blauw-Groene wijzerplaat die alle rust van de wereld uitstraalde. Na veel gedoe over prijzen, het correcte referentienummer, onduidelijkheid en wat misinformatie heb ik toch keurig nette zaken weten te doen met die mensen.
Uiteraard was het vandaag dus gewoon leuk thuiskomen.
Het uitpakken kon beginnen. In de zak zat een soort knapzak van Douwe Dabbert en een catalogus van 2018:
Ik neem aan dat die zakdoek er omheen zat voor het snotteren bij het zien van zoveel perfectie om de pols. Eénmaal ontknoopt ziet dat er dan zo uit:
De einddoos kan rustigjes omhoog getild worden aan het prachtige rijstpapier:
Daaruit komt een aardige doos gerold, met de boekskes.
Stofdoekje er bij natuurlijk, wel met een grappige washand-achtige vorm. Voor wie z’n GS Rita ook onder de douche grondig wil reinigen, denk ik dan maar.
Om dan uiteindelijk tot de kern van de zaak te komen:
Wait.
Wut?
Eh,
Ik had 'm natuurlijk al om. Kom op. Wat verwacht je dan, dat ik met dat ding in de kofferbak naar huis ga rijden voor de authenticiteit van de unboxing? Dikke harry. Hier was ie dus. De SBGV239 Grand Seiko quartz met de 44GS case.
De specificaties van dit horloge zijn wat mij betreft prachtig. De doorsnede is aan de grote kant met 40mm, maar de kast is maar 10.4mm dik, wat 'm vrij slank maakt voor een Seiko in het algemeen en een GS in het bijzonder. Van de zijkant bezien krijg je dan dit soort taferelen:
Ook de lug to lug is een beschaafde 46.2mm, waarbij 20mm lugs nog wel gaan resulteren in een lederen band of een NATO, te zijner tijd. De doorboorde lugs smeken om een wisseltruc. Mijn partner vind dat het een abominatie is in de ogen van de Heere dat ik leer of een NATO overweeg, dus ik probeer het een tijdje met staal.
De band is comfortabel maar zwaar, want massief staal. Er zijn voor mij drie links afgehaald. Twee halve van 6mm per stuk, en één hele van 9mm per stuk. De oplettende burger zal zien dat het aan snelverzet of fijnafstelling ontbreekt op de sluiting (WAAROM EIGENLIJK? Bad Seiko), maar de band valt in stapjes van drie mm te vermaken. Halve er af, hele er op, dat soort werk.
Het polijstwerk is scherp, maar op één of andere manier komen deze banden haast warmer over dan bijvoorbeeld de mechanische perfectie van een Rolex band. Dus de sluiting gaat naar Rolex, maar het gevoel gaat naar GS.
Helaas is deze band geschroefd. Verklaar me voor gek, ik heb liever pin & collar. Schroeven kunnen loslaten als je er geen loctite tegenaan klatst. Ik heb niet de intentie om hier loctite tegenaan te klatsen, dus wees niet bevreesd.
Ik wilde hier ook nog gaan zeggen dat we over de wijzerplaat kort kunnen zijn, maar da’s gelul. Dat kan helemaal niet.
Het is één groot dynamisch kleurfestijn, maar het contrast tussen de plaat en de wijzers… Daar heb ik bijna geen woorden voor. Ik geef het woord in deze aan de Minister, die het van harte met mij eens lijkt te zijn:
Ik kan wel zeggen dat ik bijna geil word van de wijzers. Het moge dan een quartz zijn, maar zoals die statige secondenwijzer van lijn naar lijn Sprrrrringt zonder enige vibratie, met rrrrresolute, ferrme ticken… Jawel, da’s toch een genot om te zien. Maar ook het polijstwerk en de afwerking van zowel wijzers als indices zijn van een niveau wat ik nog nooit in de klauwtjes heb mogen hebben.
Godnondeju, als de Japanners iets perfect doen, gaan ze er ook voor. Ook de kroon mag er zijn. Het is een schroefkroon van beschaafd formaat, zonder beschermers. Zeer beschaafd, zeer mooi.
Het enige jammere aan dit horloge vind ik het deksel. Da’s een beetje een anti-climax. Geen goud, geen doorkijkdeksel, naks. Hailemoal naks. Gewoon een ordinaire great wave of, eh, ik bedoel een leeuw.
En da’s jammer, want het uurwerk had ik graag gezien. Oplettende burgers zouden zich wellicht af kunnen vragen wat er dan te zien is aan een quartzje, maar ik weet dat dit onder de kap ligt:
Dit is wellicht het beste quartz uurwerk op de planeet. De kristallen zijn als een soort van Sojasaus gerijpt en gefermenteerd, zodat ze uiterst stabiel zijn als ze eenmaal geplaatst worden. De electronica is per quartzkristal afgeregeld voor dat specifieke kristal.
Verder is het koppel van deze quartz zodanig opgevoerd dat ook de lange, zware wijzers van de GS moeiteloos voortbewegen. Het is zelfs zo dat hij zich in twee pulsen voortbeweegd per seconde, waarvan wij er maar één waarnemen.
Daarbuiten is het heel erg accuraat, maar dat kan me eigenlijk geen reet schelen. De afwerking is dan weer wel zo mooi dat een saffieren booiempje geen slecht idee was geweest, maar een mens kan niet alles hebben. Ik heb de mannen van de Seiko Boutique bedankt voor het prettige zaken doen. Tot over vijftig jaar, riepen ze. Want dat is de service interval.
Voor wie er tot nu toe meegelezen heeft, bedankt voor jullie tijd en geduld. Ik ga mij nu beraden op wat er allemaal weg kan uit de collectie, want dit is gewoon dikke fokking mik. Dit is echt veel, veel perfecter dan mijn Nomos, en dat zegt het wel zo’n beetje.
Voor de volhouders nog een laatste plaatje. Sorry van de vingertjes op de Zaratsu.